NGB Extra
Toegenomen regulering en een strengere toezichthouder: kansen en bedreigingen voor de M&A-praktijk
Jelmer Kalisvaart & Maarten de Boorder, advocaten en partners bij Greenberg Traurig Amsterdam, LLP

Door technische, geopolitieke en macro-economische ontwikkelingen verandert het regulatoire landschap en intensiveert de rol van toezichthouders. Maar ook in tijden dat spelregels continu worden aangepast, blijven private equity partijen en ondernemingen die op zoek zijn naar groei en transformatie het M&A-spel onverminderd spelen. Een goede voorbereiding en de vaardigheid om de strategie tijdig aan te passen, zijn belangrijke ingrediënten voor succes.
In dit artikel schetsen wij op hoofdlijnen de impact die toegenomen regulering heeft op het M&A proces. Wij bieden daarbij inzicht in hoe met deze regeldruk om te gaan en hoe succesvol door de bijkomende uitdagingen te navigeren. Daarnaast gaan we in op recente ontwikkelingen die tot enige versimpeling en versoepeling van de huidige regels kunnen leiden.
Regulering en M&A – ontwikkelingen in een notendop
Niet zo lang geleden baarden regulatoire regels en beperkingen nauwelijks zorgen in het kader van overnameprocessen.
1 We kennen natuurlijk al langer de concentratiemeldingen bij de Autoriteit Consument & Markt (ACM) - ontstaan uit een fusie van de Consumentenautoriteit, Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) en de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit ( OPTA ) - de concentratiemelding bij de Europese Commissie en een enkele sectorspecifieke meldings- en toetsingsverplichting zoals bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Hoewel meldingen bij deze autoriteiten met zorg voorbereid moesten worden, en sommige voorgenomen transacties nauwkeurig onder de loep werden genomen, resulteerde melding in het merendeel van de gevallen in een goedkeuringsbesluit, tenzij men in een enkel geval mededingingsrechtelijke issues voorzag.De controle op buitenlandse investeringen was beperkt en richtte zich op (wijzigingen in zeggenschap in) een beperkt aantal vitale sectoren, zoals investeringen, fusies en overnames in de gas-, elektriciteits- en telecommunicatiesector (waaronder ook internettoegang). Nog onbekend was de Foreign Subsidies Regulation-melding, op grond waarvan de Europese Commissie de mogelijkheid heeft M&A-transacties en aanbestedingen te controleren als een onderneming daarbij een subsidie heeft ontvangen van een staat buiten de EU. Hieronder gaan we daar nader op in.
Zo’n kleine tien jaar geleden zagen we echter een kentering, gedreven door geopolitieke en macro-economische ontwikkelingen, naar een steeds sceptischere houding ten opzichte van mondialisering en open markten. Deze ontwikkeling was niet alleen in continentaal Europa zichtbaar, maar ook in onder meer het Verenigd Koninkrijk (Brexit) en de Verenigde Staten. De pandemie en de daarna volgende oorlogen in het Midden-Oosten en Oekraïne hebben de eerdergenoemde scepsis versterkt.
In reactie op deze ontwikkelingen zagen we een mondiale toename van regelgeving en controle door toezichthoudende autoriteiten.
Zo is in Nederland in 2023 de Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Wet Vifo) in werking getreden. Die heeft tot doel risico's voor de nationale veiligheid te beheersen. Het gaat daarbij in het bijzonder om risico's met betrekking tot verstoring van de continuïteit van de vitale infrastructuur, het weglekken van hoogwaardige kennis of technologie en ongewenste strategische afhankelijkheden. De Wet Vifo heeft een veiligheidstoets geïntroduceerd voor investeringen, fusies en overnames die een risico kunnen vormen voor de nationale veiligheid. De veiligheidstoets geldt voor vitale aanbieders, beheerders van bedrijfscampussen en ondernemingen die in bezit zijn van sensitieve technologie. Vitale aanbieders zijn specifieke ondernemingen actief in warmtetransport, kernenergie, luchtvervoer, havengebied, bankwezen, infrastructuur voor financiële markten, winbare energie en gasopslag. Zowel investeerders als ondernemingen zelf moeten wijzigingen van zeggenschap melden bij het Bureau Toetsing Investeringen (BTI).
In het geval van zeggenschapswijzingen speelt er, naast de wet Vifo, meer op het gebied van sectorspecifieke toetsing. Zo lag afgelopen zomer het wetsvoorstel weerbaarheid defensie en veiligheidsgerelateerde industrie ter consultatie. Deze wet moet bijdragen aan het versterken, beschermen en internationaal positioneren van de Nederlandse defensie- en veiligheidsgerelateerde industrie. Het wetsvoorstel bevat een meldplicht en een nieuwe sectorale investeringstoets voor de defensie-industrie die moet voorkomen dat fusies, overnames en investeringen in (toe)leveranciers tot risico’s leiden voor de nationale veiligheid. Hiermee beschermt de overheid de Nederlandse defensie-industrie. De voorgestelde toets is een vervolgstap op en werkt vergelijkbaar met bestaande sectorale Nederlandse toetsen in onder meer de telecom-, gas- en elektriciteitssector.
Daarnaast wil het kabinet het aantal technologieën waar een veiligheidstoets op grond van de Wet Vifo voor vereist is, uitbreiden. De technologieën waar de huidige wet zich op richt zijn halfgeleiders, fotonica, kwantum, high-assurance producten en zogenoemde dual-use en militaire goederen. Het kabinet wil dit uitbreiden met biotechnologie, kustmatige intelligentie, geavanceerde materialen en nanotechnologie, sensor- en navigatietechnologie en nucleaire technologie met medisch gebruik. Doel daarvan is het risico te beperken dat kennis en technologieën in verkeerde handen vallen en er risicovolle strategische afhankelijkheden ontstaan. De internetconsultatie voor de uitbreiding van de Wet Vifo is in januari 2025 afgerond.
Hiervoor haalden we al even kort de Foreign Subsidies Regulation aan. De Europese Commissie heeft met de inwerkingtreding van deze verordening in januari 2023 het toepassingsbereik van de Europese staatssteunregels verruimd tot buiten de EU. Op grond van de verordening zijn ondernemingen verplicht in bepaalde situaties buitenlandse financiële bijdragen verstrekt door niet-EU-landen, voorafgaand te melden aan de Europese Commissie. Het doel van de melding is om de Europese Commissie in staat te stellen te beoordelen of een buitenlandse financiële bijdrage de interne markt zou kunnen verstoren. In dit kader heeft de Europese Commissie exclusieve bevoegdheden om deze bijdragen te toetsen en handhavend op te treden tegen buitenlandse subsidies die verband houden met M&A-transacties en openbare aanbestedingen die de interne markt verstoren. Voor concentraties geldt een omzet/waarde-drempel en een financiële bijdrage-drempel. Afgelopen jaar heeft in Nederland de eerste onaangekondigde inval plaatsgevonden.
Ook buiten Europa zien we regulering die impact heeft op het M&A proces. Een voorbeeld ter illustratie. Committee on Foreing Investment in the United States (CFIUS), overigens al opgericht in 1975, toetst of een investering door een buitenlandse partij in Amerikaanse aandelen of andere assets een negatieve impact heeft op de nationale veiligheid. CFIUS richt zich in het bijzonder op overnames door buitenlandse staatsbedrijven. Onder meer investeringen in ruimtevaart, wapen- en computersystemen, havens en elektriciteitscentrales kunnen worden getoetst door CFIUS. Zo stak de Amerikaanse waakhond in 2014 een stokje voor de verkoop door Philips van haar lampendochter Lumileds aan het Chinese Go Scale Capital. Een transactie met een waarde van bijna $3 miljard ging daardoor niet door en Lumileds werd uiteindelijk verkocht aan de Amerikaanse investeringsgroep Apollo. Het zal de Philips-top niet in de koude kleren zijn gaan zitten.
M&A-strategieën in een continue veranderend regulatoir landschap
Als gezegd zullen private equity partijen en ondernemingen die op zoek zijn naar groei en trasformatie het M&A-spel willen blijven spelen. Ook in tijden van grote geopolitieke en macro-economische onrust en een veranderende regulatoire setting en houding van de toezichthouder. Degenen die zich goed hebben voorbereid en makkelijk hun strategie kunnen aanpassen zullen het meest succesvol zijn.
Voorbereiden op een lastige transactie
De vraag is uiteraard hoe je voorbereid bent of hoe je je kan aanpassen aan een mogelijk lastige transactie. Zonder al te veel in detail te treden, onderscheiden we in antwoord op deze vraag een paar belangrijke aspecten die kunnen bijdragen aan het succesvol afronden van een - vanuit regulatoir oogpunt - riskante M&A-transactie.
Toenemende en continu in ontwikkeling zijnde regulering en toetsingseisen met betrekking tot M&A-transacties dwingt partijen die op overnamepad zijn tot een grondige analyse van de mogelijke regulatoire risico’s. Het vereist van koper en verkoper dat zij hierop anticiperen voordat ze hun handtekening zetten onder een overnamecontract. Zo zouden partijen zogenoemde springing covenants kunnen opnemen. Dit komt erop neer dat koper en verkoper (vooraf) overeenstemming moeten bereiken over hoe om te gaan met nieuwe regulatoire eisen en goedkeuringen die worden geïntroduceerd tussen signing en closing. Inclusief de verplichting van koper om te doen wat nodig is om de benodigde toestemming te krijgen, zoals een ’hell or high water’ bepaling.
Ook is het aan te bevelen in de transactiedocumentatie afspraken te maken over het beperken en alloceren van risico’s. Er is een beproefd instrumentarium voorhanden waar partijen gebruik van kunnen maken om regulatoire risico’s te beheersen en te specificeren wie deze draagt, terwijl aan de andere kant voor de betrokken partijen prikkels worden gecreëerd om transacties te voltooien. Denk hierbij aan een scala aan bepalingen, waaronder een beding waarin uitdrukkelijk wordt geregeld of, en zo ja wie kan procederen om goedkeuring van de bevoegde instanties te verkrijgen en aan regelingen over mogelijk noodzakelijk desinvesteringen, eveneens om goedkeuring te krijgen.
Daarnaast moet rekening worden gehouden met een lange doorlooptijd van de goedkeuringsprocedures. Zo zal een mogelijk lange tijdsspanne tussen signing en closing vanuit het oogpunt van de verkoper impact hebben op de transactiewaarde. In ieder geval vanuit het oogpunt van ’time value for money’. Voor de hand ligt een ’drop-dead’ datum op te nemen, waarna één of beide partijen de mogelijkheid hebben de overeenkomst te beëindigen. Daarnaast zouden in geval van vertraging afspraken over ’ticking fees’ bescherming kunnen bieden aan verkoper. Deze zal dan een (dagelijkse) vergoeding in cash krijgen indien closing niet heeft plaatsgevonden voor een bepaalde datum. Indien in de transactiedocumentatie is voorzien in mogelijke vertraging, verkleint dit bovendien het risico dat een partij zal proberen de onderhandelingen te heropenen.
Een ander belangrijk aspect is dat het bij overnames die gemeld en getoetst moeten worden onder verschillende nationale en supranationale regels essentieel is ervoor te waken dat de betrokken adviseurs de transactie consistent melden en toelichten bij de relevante organen. Goede samenwerking tussen ervaren adviseurs met internationale kennis kan daarbij doorslaggevend zijn en onnodige vertraging of, erger, blokkering van een overname voorkomen.
Een blik op de horizon
Toegenomen regeldruk heeft - het succesvol afronden van - M&A-transacties uitdagender gemaakt. We verwachten dat dit in de toekomst zo zal blijven. Toch zien we ook voorzichtige tekenen van een kentering. Zo verraste de Amerikaanse president Trump vriend en vijand door op zijn eerste dag in het Witte Huis nieuwe importheffingen voor China uit te stellen. Een besluit waar hij vervolgens snel weer op terug kwam. Daarnaast tekende hij op de eerste dag van zijn tweede ambtstermijn een groot aantal decreten, waarvan velen het al dan niet primaire oogmerk hebben de regeldruk in de Verenigde Staten te verlagen. De exacte details en gevolgen van deze decreten is nog lastig te overzien.
Dichter bij huis zien we een vergelijkbare roep om afname van regeldruk. Tekenend in dit kader is het op 9 september 2024 door Mario Draghi, voormalig president van de Europese Centrale Bank, aan de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, aangeboden rapport genaamd ‘De toekomst van het Europese concurrentievermogen – Een strategie voor het concurrentievermogen van Europa’.[2] De bevindingen uit het rapport moeten gaan bijdragen aan een nieuw plan om tot duurzame welvaart en concurrentievermogen van Europa te komen. Om de Europese economie te versterken moet ook het mededingingsbeleid op de schop, stelt Draghi. In navolging kwam de Europese Commissie eind januari naar buiten met het rapport ‘Kompas voor het concurrentievermogen’ dat valt te beschouwen als een vertaling van de adviezen van Draghi. Kort en goed geeft het rapport in grote lijnen weer hoe men bedrijven wil helpen de strijd aan te gaan met concurrentie uit de Verenigde Staten en China. De komende maanden en jaren wordt het in concrete voorstellen gegoten.
Conclusie
Het mag duidelijk zijn dat de toegenomen regulering het M&A proces uitdagender heeft gemaakt. Ondanks recente ontwikkelingen, verwachten wij dat dit in de toekomst zo zal blijven. Toch zijn er strategieën en instrumenten om deals zo soepel mogelijk te laten verlopen en risico’s te beperken. Een gedegen voorbereiding en begeleiding door een ervaren en mondiaal opererend adviseursteam dat in de verschillende jurisdicties bekend is met regelgeving en de bevoegde autoriteiten is daarbij essentieel. Zo kan worden geanticipeerd op mogelijke issues en zelfs op eventueel toekomstige regelgeving, zodat transacties succesvol over de finishlijn kunnen worden gebracht.
[1] Zie voor de statistieken sinds 1990: https://competition-policy.ec.europa.eu/document/download/4b083559-e36c-44c2-a604-f581abd6b42c_en?filename=Merger_cases_statistics.pdf
[2] Zie https://ecer.minbuza.nl/-/mario-draghi-brengt-rapport-over-de-toekomst-van-het-europese-concurrentievermogen-uit
iNHOUDSOPGAVE