Terugblik | Bijeenkomst Rechtbank
Rechtspraak
Henriette van Wermeskerken
Als bedrijfsjurist kun je betrokken raken in een civiele procedure bij de rechtbank en/of het gerechtshof. Dan is het belangrijk te weten wat de do’s en don’ts zijn. Al was het maar om binnen je bedrijf goed te kunnen adviseren en een goede sparring partner te zijn voor de advocaat. Tijdens een bijeenkomst bij de Rechtbank Amsterdam op 7 maart 2024 gaven Patricia Arnoldus en Cees Bom tips en tricks. Vervolgens bespraken Maartje Speksnijder en Bart van Meegen hoe je rechter kunt worden.
Nadat de ruim tachtig NGB-leden door de scanstraat van de rechtbank Amsterdam aan de Parnassusweg zijn geweest, start de bijeenkomst om twee uur in een van de zeven grote zittingszalen op de begane grond, met een afgesloten publieke tribune op de eerste verdieping. In totaal zijn er 68 zittingszalen in het gebouw. In het souterrain zijn zeventig cellen en op verdieping zes tot en met tien zijn de werkplekken. Er is plaats voor plm. 1100 mensen. Dagelijks ontvangt de rechtbank tussen de 1000 en 3000 gasten in het publieke deel van het gebouw. Het openbaar ministerie zit niet in het gebouw maar elders in de stad. Wel heeft het openbaar ministerie één afgesloten werkvlek beschikbaar met 35 werkplekken voor officieren die zitting hebben in het gebouw. Dit werkgebied is afgesloten en alleen toegankelijk voor het openbaar ministerie. Na een uitleg over het gebouw worden de bedrijfsjuristen rondgeleid, onder meer door de imposante Prakzijnssociëteit, juridisch kenniscentrum sinds 1837.
Om drie uur heet Areane Dorsman, lid van de Raad voor de Rechtspraak en daar onder meer verantwoordelijk voor de werving en selectie van rechters en raadsheren, de aanwezigen welkom, mede namens rechtbankpresident Bart van Meegen. Areane stapte na bijna twintig jaar advocatuur over naar de rechterlijke macht. De rechtspraak is op zoek naar kandidaten met juridische ervaring elders; de blik van buiten wordt op prijs gesteld. ‘Aarzel niet om in een ander rechtsgebied te worden opgeleid’, gaf zij de aanwezigen mee.
Netherlands Commercial Court
Vervolgens is het woord aan Cees Bom, kantonrechter bij de rechtbank Den Haag en voorzitter van de Netherlands Commercial Court (NCC) in Amsterdam. Cees was bedrijfsjurist in verschillende branches van 1982 tot 2009, én lid van het NGB. In 1994 werd hij rechter-plaatsvervanger en in 2009 maakte hij de overstap. Hij ging in op de keus tussen procederen bij de overheidsrechter en arbitrage. ‘In het bedrijfsleven bestaat een soort vooringenomenheid om handelsgeschillen te
beslechten via arbitrage, en een vorm van weerstand tegen procederen bij de overheidsrechter’, signaleert hij. Sinds 2019 heeft de Amsterdamse rechtbank een volledig Engelsetalige handelskamer. De hele procedure is in het Engels, dus de processtukken,
'Denk eens aan de NCC'
de zitting en het vonnis. De vijf jaar ervaring laat zien dat deze Engelstalige procedure naar Nederlands procesrecht goed werkt. Het materieel recht is naar keuze van partijen, meestal is dat contractueel vastgelegd. Er is inmiddels geprocedeerd naar allerlei soorten recht, waaronder dat van New York, de Filippijnen en het Verenigd Koninkrijk, vertelt Cees. De procedure loopt via een digitaal portaal, en deelname aan zittingen gaat via digitale middelen. Hoger beroep is mogelijk bij de Netherlands Commercial Court of Appeal (NCCA), waarna cassatie kan volgen bij de Hoge Raad. Cees Bom: ‘Bij de NCC voer je voor een vast bedrag, het griffierecht, de volledige procedure. Arbitrage is vele malen duurder. Omdat het oordeel een uitspraak van de Nederlandse rechter is, kan deze via het EEX-verdrag makkelijk binnen de EU ten uitvoer gelegd worden. Denk dus eens aan de NCC.’
Mondelinge behandeling na aanbrengen (mbna)
Patricia Arnoldus-Smit, senior raadsheer bij het gerechtshof Den Bosch, is bedrijfsjurist geweest bij verschillende banken en had een eigen mediationpraktijk in handelsgeschillen. In 2007 werd zij rechter en in 2011 raadsheer. Sinds 2019 is zij lid van de Landelijke Selectiecommissie Rechters (LSR). Zij gaat in op de keuze voor hoger beroep en het verloop van de procedure. De bedrijfsjurist heeft invloed op de keuze voor hoger beroep. ‘Maak een kosten/batenanalyse, doe gedegen onderzoek naar de feitelijke gang van zaken en overleg misschien eens met de wederpartij. Ik kan me voorstellen dat u er baat bij heeft om de telefoon te pakken, ook in dit stadium.’
Als een zaak is aangebracht bij het hof, is er een mondelinge behandeling na aanbrengen (mbna), een zitting bij de enkelvoudige raadsheer-commissaris. Deze vindt plaats zodra een van de partijen het wil. Er zijn dan nog geen kosten voor memories gemaakt, het kan een snelle oplossing opleveren die partijen rust geeft, een regeling doet soms meer recht aan de zaak, er is meer creativiteit mogelijk en meer draagvlak voor nakoming, noemt Patricia als voordelen. ‘Als voormalig mediator ben ik enthousiast over de mbna. Vaak lukt het om tot een oplossing te komen.’ Dat er al uitvoerige schikkingsonderhandelingen hebben plaatsgevonden vindt zij geen tegenargument. ‘De sfeer en de setting zijn bij ons heel anders; de onafhankelijke rechter kan meedenken.‘ Het valt Patricia op dat er niet veel bedrijfsjuristen meekomen naar de mbna, tenzij ze advocaat in dienstbetrekking zijn. Ook is het handig als een directielid meekomt. Het is mogelijk tevoren stukken in te sturen zoals producties of uitgewerkte schikkingsvoorstellen.
' Vaak lukt het te schikken '
Tijdens de mbna wordt de zaak inhoudelijk doorgenomen, waarna de belangen aan de orde komen en de mogelijke opties. ‘Partijen gaan vervolgens vaak naar de gang. Bij terugkeer nodig ik ze uit daarover iets te delen, ook als ze er niet uit zijn gekomen. Partijen kunnen ook in de zittingszaal onderhandelen. Soms kunnen wij partijen verder tot elkaar brengen, waarbij soms zelfs bedragen worden genoemd.’ Tijdens de mbna wordt ongeveer 50% van de zaken geschikt. Ook wordt wel naar mediation verwezen.
Schriftelijke fase en zitting
Komt men er niet uit, dan volgde de schriftelijke fase. Een memorie mag in beginsel niet meer dan 25 kantjes zijn, en het incidenteel appel 15 kantjes. ‘Zorg voor een goede opbouw en herhaal zo min mogelijk’, geeft Patricia als tip mee. ‘Denk als een rechter en geef de vordering en het verweer een duidelijke grondslag. Doe een specifiek bewijsaanbod, gekoppeld aan de grondslag, en ga in op sterke punten van de wederpartij. Dat maakt de zaak sterker.’
Op verzoek van partijen of omdat het Hof het wil volgt daarna een meervoudige zitting. ‘Denk ook hier tevoren na: wie gaan er mee, en in welke rol?’ Van belang is verder om alleen de hoofdpunten te noemen, de actuele stand van zaken te kennen, te zorgen dat alle cijfers kloppen en om over schikkingsopties te beschikken waarvoor het benodigde mandaat moet zijn.
Tips & Tricks
Tot slot geeft Patricia een aantal concrete tips & tricks om mee te nemen:
- Maak een bewuste keuze voor hoger beroep
- Pak de eigen rol als bedrijfsjurist (feiten / cijfers / bewijs)
- Werk oplossingen concreet uit
- Ga regelmatig mee naar zitting
- Denk als een rechter
Rechter of raadsheer worden
Bart van Meegen, president van de rechtbank Amsterdam en voorzitter van de Landelijke Selectiecommissie Rechters (LSR), bespreekt de mogelijkheid om over te stappen naar de Rechtspraak, vast of als plaatsvervanger, en laat een filmpje zien over werken bij de rechtspraak. Op de website werkenbijderechtspraak.nl is veel informatie te vinden. Bij de selectie van rechters en raadsheren kijkt de Rechtspraak naar aspecten als maatschappelijke oriëntatie en sociale vaardigheden, naast juridische vaardigheden en analytisch vermogen. De selectieprocedure begint met een intelligentietest. Later is er een assessment met onder meer een persoonlijkheidstest en een rollenspel. Na selectie volgt de Rio-opleiding (Rechter in opleiding). Wie zijn of haar specifieke deskundigheid bij een gerecht wil inzetten als rechter-plaatsvervanger, kan contact met een gerecht opnemen. Bart: ‘Oriënteer je bij mensen die de overstap hebben gemaakt. We hebben een pool van collega’s die daarover graag vertellen. Nog een tip: ga in gesprek met het bestuur van het gerecht waar je belangstelling voor hebt, dan kun je inschatten waar zij behoefte aan hebben.’
Vervolgens vertelt Maartje Speksnijder, rechter in Amsterdam, over haar overstap naar de rechtspraak nadat zij bijna tien jaar bij een groot advocatenkantoor had gewerkt. In 2021 begon zij aan de Rio-opleiding. ‘De opleiding duurde in mijn geval een jaar en negen maanden en bestond uit civiel en bestuursrecht. Het is maatwerk. Zelf heb ik daar een stage van drie maanden bij het hof aan toegevoegd. Je kunt allerlei stages doen en je krijgt veel verantwoordelijkheid je opleiding zelf in te vullen. Ook is er veel ruimte om mee te lopen en rond te kijken. Ik vond de opleiding vooral heel erg leuk.’
Bart van Meegen: ‘We zien weinig bedrijfsjuristen die de overstap maken. Vergeleken met de advocatuur is er misschien toch wat meer afstand. Bedrijfsjuristen zijn voor ons echter interessante kandidaten. De blik van buiten en kennis van de gang van zaken in de boardroom van een bedrijf zijn van meerwaarde.’
Meer informatie
- Meer informatie over de overstap naar De rechtspraak: werkenbijderechtspraak.nl
- Wil je een ervaringsdeskundige spreken? Mail dan naar lsr@rechtspraak.nl. Judith Schoenmakers en haar collega’s van de LSR brengen je graag in contact met een rechter of raadsheer (in opleiding) die uit eigen ervaring vragen kan beantwoorden.
- Lees de interviews die eerder verschenen met Cees Bom en met Patricia Arnoldus op onze website.
iNHOUDSOPGAVE